Per 1 januari 2021 Wetwijziging gemeentelijke schuldhulpverlening

Door het tijdig signaleren van schulden kunnen gemeenten mensen met beginnende schulden hulp aanbieden voordat zij zelf aan de bel trekken. Steeds meer gemeenten werken daarom samen met woningcorporaties, zorgverzekeraars en energie- en drinkwaterbedrijven.

De wetswijziging gemeentelijke schuldhulpverlening geeft gemeenten expliciet toestemming om bijvoorbeeld vroegtijdig informatie over huurachterstanden te ontvangen van woningcorporaties. Gemeenten kunnen mensen met huurachterstanden daardoor beter en sneller vinden en vervolgens helpen. De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ingestemd met deze wijziging van de Wet gemeenten schuldhulpverlening.

Mensen met schulden zijn nu vaak veel tijd kwijt met het op orde brengen van de administratie. Na de wetswijziging mogen hulpverleners zelf gegevens verzamelen en registers raadplegen. Het gaat bijvoorbeeld om informatie over inkomen en vermogen. Uitwisseling van persoonsgegevens gebeurt altijd doelgericht en zorgvuldig, met inachtneming van de privacyregels. Gemeenten moeten daarom bij de start van een schuldhulpverleningstraject een beschikking afgeven met daarbij een plan van aanpak. Iemand met schulden weet daardoor waar hij aan toe is.

Vanuit de gemeente Neder-Betuwe nemen ze direct contact op met iemand die een maand huurachterstand heeft. De contacten met de gemeente zijn er om bijvoorbeeld te kijken hoe wij vanuit Welzijn Rivierstroom ondersteuning kunnen bieden door de inzet van jullie als vrijwilligers, maar ook om de consulenten te adviseren om te werken met de geldplannen van het Nibud. In de gemeente Buren wordt hier ook aan gewerkt, de werkwijze is in deze gemeente nog niet bekend.