Voorbeeld
Dit voorbeeld hoort bij het cultuurpact tegen eenzaamheid voor de gemeente Neder-Betuwe 2019-2020.
Schrijver: Henk Fonteyn uit Culemborg is theoloog, publicist en dichter. Hij werkte als predikant in de protestantse gemeente van Tricht en als geestelijk verzorger bij de Koninklijke Landmacht.
de verlamde man, uit het evangelie van Marcus (hfd. 2: 1-12).
Lamlendig voelde ik me.
Volledig opgebrand.
Niet dat zoiets van de ene op de andere dag gebeurt.
Het is als een kaars.
Lange tijd geeft hij licht, en warmte
en iedereen in de buurt profiteert ervan.
Maar langzaam maar zeker brandt hij op.
Ik?
Ik was nog maar een stompje.
Met een heel kort lontje!
Ik had mijn ziel verkocht aan de duivel van mijn ambities.
Stukje bij beetje.
Tot ik ontdekte dat ik slaaf geworden was.
Met een zware ketting om mijn voeten.
Ik sleepte me voort, van de ene dag naar de andere.
Tot ik niet meer kon.
Compleet lamgeslagen was ik.
Geen been meer om op te staan.
Geen draagkracht meer.
En een bijna ondragelijke last voor mijn geliefden.
Somber, lusteloos, passief, zwaar.
Goddank, ik had vrienden!
Vrienden die mij niet lieten vallen.
Vrienden die er nog een gat in zagen.
Ze bleven me dragen, tot het punt, dat ik de waarheid over mijn leven kon aanhoren.
De harde waarheid, dat ik mezelf had doodgelopen.
Dat ik – zo machteloos en krachteloos als ik me voelde – toch geen slachtoffer was.
Dat het anders had gekund.
Maar ook: dat het anders kan!
Dat ik weer mag stralen.
“Sta op en wandel”, zoiets ging er door me heen.
Alsof het een stem uit de hemel was.
En ik wist: het kan, het mag!
Ik mag!
Mijn leven mag opnieuw beginnen.
Mijn voeten werden vleugels!
Henk Fonteyn uit Culemborg is theoloog, publicist en dichter. Hij werkte als predikant in de protestantse gemeente van Tricht en als geestelijk verzorger bij de Koninklijke Landmacht